Coelum stellatum christianum : ad maiorem Dei omnipotentis, sanctaeque eius tam triumphantis, quam militantis ecclesiae gloriam, obductis gentilium simulachris, eidem domino et creatori suo, postliminio quasi restitutum

humili conatu et voto Iulii Schilleri ... sociali opera Ioannis Bayeri ... uranometriam novam, priore accuratiorem, locupletioremque suppeditantis ... Matthiae Kageri, picturam primo concinnantis. Scalpello, qua imagines Lucae Kiliani; qua stellas, Casparis Schecksii ..

[Todesanzeige für Julius Schiller]

Jakob BartschTitel aufgrund des Inhalts konstruier

Coeli Stellati Christiani Hæmisphærium Prius

Op deze spectaculaire sterrenkaart geeft Andreas Cellarius een weergave van de christelijke sterrenbeelden zoals deze in 1627 waren voorgesteld door de Augsburgse advocaat en sterrenkundige Julius Schiller (ca. 1580-1627). Naar Schillers indeling werden de sterrenbeelden ten zuiden van de dierenriem vernoemd naar personen en zaken uit het Oude Testament. Evenzo werden de sterrenbeelden ten noorden van de dierenriem vernoemd naar personen en zaken uit het Nieuwe Testament. De twaalf dierenriem-sterrenbeelden werden naar de twaalf volgelingen van Christus vernoemd. Eerdere eigenaars van het Utrechtse exemplaar van deze sterrenatlas waren een zekere 'de Seignelai' (in 1692) en 'Egidius Carolus Alexander de Ketelaare' (in 1854). Het werd omstreeks 1930 door Albert Antonie Nijland voor 75 gulden uit particulier bezit verworven voor de bibliotheek van de sterrenwacht

Coeli Stellati Christiani Hæmisphærium Posterius

Op deze spectaculaire sterrenkaart geeft Andreas Cellarius een weergave van de christelijke sterrenbeelden zoals deze in 1627 waren voorgesteld door de Augsburgse advocaat en sterrenkundige Julius Schiller (ca. 1580-1627). Naar Schillers indeling werden de sterrenbeelden ten zuiden van de dierenriem vernoemd naar personen en zaken uit het Oude Testament. Evenzo werden de sterrenbeelden ten noorden van de dierenriem vernoemd naar personen en zaken uit het Nieuwe Testament. De twaalf dierenriem-sterrenbeelden werden naar de twaalf volgelingen van Christus vernoemd. Eerdere eigenaars van het Utrechtse exemplaar van deze sterrenatlas waren een zekere 'de Seignelai' (in 1692) en 'Egidius Carolus Alexander de Ketelaare' (in 1854). Het werd omstreeks 1930 door Albert Antonie Nijland voor 75 gulden uit particulier bezit verworven voor de bibliotheek van de sterrenwacht

Illustrationen zu Schiller's Werken, in Umrissen

ILLUSTRATIONEN ZU SCHILLER'S WERKEN, IN UMRISSEN Illustrationen zu Schiller's Werken, in Umrissen ( - ) Einband ( - ) Titelblätter ( - ) Inhalts-Verzeichniss. ( - ) Verzeichniss der Illustrationen ... ( - ) Gedichte (1) Umrisse zu Schiller's Wallenstein. I.-III. ( - ) Umrisse zu Schiller's Wallenstein. IV.-VI. ( - ) Umrisse zu Schiller's Wallenstein. VII.-IX. ( - ) Umrisse zu Schiller's Wallenstein. X.-XII. ( - ) Umrisse zu Schiller's Wallenstein. XIII. / Cabale und Liebe. XIV.-XV. ( - ) Umrisse zu Schiller's Cabale und Liebe. XVI.-XVIII. ( - ) Umrisse zu Schiller's Wilhelm Tell. I.-III. ( - ) Umrisse zu Schiller's Wilhelm Tell. IV.-VI. ( - ) Umrisse zu Schiller's Wilhelm Tell. VII.-IX. ( - ) Umrisse zu Schiller's Wilhelm Tell. X.-XII. ( - ) Umrisse zu Schiller's Wilhelm Tell. XIII.-XV. ( - ) Umrisse zu Schiller's Wilhelm Tell. XVI.-XVIII. ( -

Expression of recombinant pro-neuropeptide Y, proopiomelanocortin, and proenkephalin: relative processing by \u27prohormone thiol protease\u27 (PTP).

The preference of the \u27prohormone thiol protease\u27 (PTP), a candidate prohormone processing enzyme, for different peptide precursors was assessed in vitro with recombinant prohormones near estimated in vivo levels. Pro-neuropeptide Y (pro-NPY), proopiomelanocortin (POMC), and proenkephalin (PE) were expressed at high levels in E. coli. Purification of prohormones utilized a combination of DEAE-Sepharose, Mono Q, and preparative electrophoresis. PTP cleaved PE most readily, and also cleaved pro-NPY. The processing of POMC by PTP was minimal. These results demonstrate PTP\u27s preference for certain prohormone substrates